Voeding is een van de basisbehoeften van de hond, dus het is heel belangrijk om te weten welke voeding het beste bij je hond past. In dit adviesartikel lichten we verschillende voedingen voor elke levensfase van de grote hondenrassen uit. Dus heb jij een Golden Retriever, Duitse Herder, Berner Sennenhond of ander groot ras? Lees dan hieronder welke voeding bij hem of haar past!
Een handig schema
Hieronder vind je een handig schema waarin precies staat welke soort voeding je wanneer kunt geven aan je grote hond!
Puppyvoeding
De groei is een belangrijke periode in het leven van je pup. Daarom is de juiste puppyvoeding ook super belangrijk! De behoeften aan bepaalde voedingsstoffen verschillen per grootte van de hond en soms per ras. Ook zien we bij grote honden vaker problemen tijdens het groeien. De juiste, goede voeding kan dit voorkomen of honden hierin ondersteunen.
Belangrijke voedingsstoffen van puppyvoeding
Gebalanceerde voedingsstoffen zijn super belangrijk voor je kleine viervoeter, want ongebalanceerde voeding kan tot groeiproblemen en daarmee gewrichtsproblemen leiden. Als er bijvoorbeeld een te hoog energiegehalte in de voeding van je pup zit, kan dit ervoor zorgen dat de botten en gewrichten te snel groeien. Hierdoor kunnen bot- en gewrichtsproblemen ontstaan op latere leeftijd.
De belangrijke kenmerken van puppyvoer voor grote hondenrassen zijn:
- Hoog energiegehalte, maar niet zo hoog als voor kleinere rassen: de maag en darmen van puppy kunnen nog niet veel tegelijk verwerken, dus minder brokjes met meer energie voldoet.
- Hoger eiwitgehalte: ondersteunt bij de opbouw van de spieren, het skelet en andere weefsels. Daarnaast verhoogt het de afweer van je pup.
- Mineralen: calcium en fosfor zijn belangrijke bouwstoffen voor het skelet van je pup, maar de hoeveelheid moet aangepast zijn. Te veel calcium kan leiden tot een gestoorde groei van botten en gewrichten.
- Verteerbare koolhydraten: grotere rassen hebben vaker een gevoelig spijsverteringskanaal. Goed verteerbare koolhydraten worden in de dunne darm afgebroken en opgenomen. Dit zorgt voor minder koolhydraten in de dikke darm, waardoor de kans op diarree minder wordt.
- Chondroïtine en glucosamine: ondersteunt bij een goede ontwikkeling van de gewrichten.
- FOS & MOS: ondersteunt een gebalanceerde darmflora.
Vanaf wanneer geef je puppyvoeding?
Om ervoor te zorgen dat je pup de juiste voedingsstoffen binnenkrijgt die hij of zij nodig heeft bij het groeien, is het belangrijk om niet te snel over te stappen naar volwassen voeding. Een grote hond is pas rond de 18 maanden uitgegroeid. Voor deze tijd is het dus verstandig om puppyvoeding te blijven geven.
Volwassenvoeding
Nu je kleine pup volwassen is geworden, is het tijd om over te stappen op volwassen voeding. Natuurlijk is het nog steeds van belang dat deze voeding de juiste voedingsstoffen bevat die je hond op dit moment van zijn of haar leven nodig heeft.
Kenmerken van volwassenvoeding
Een van de belangrijkere eigenschappen van volwassen voer voor grote honden is dat het moet bijdragen aan het behouden van een gezond lichaamsgewicht. Een paar grote hondenrassen, zoals de Labrador Retriever hebben namelijk aanleg om snel te dik te worden. Het is daarom belangrijk dat de voeding een matig energiegehalte en een aangepast vetgehalte bevat. Dit draagt bij aan het behouden van een gezond gewicht voor je hond!
Verder zijn de volgende kenmerken erg belangrijk:
- Chondroïtine en glucosamine: ondersteunen het behoud van gezond kraakbeen en gewrichten. Grote rassen lopen meer risico op gewrichtsproblemen, zoals artrose. Deze stoffen helpen dit te voorkomen.
- Grote brok: een grotere brok zorgt ervoor dat je hond langzamer en meer gaat kauwen waardoor de brok beter verteerd wordt. Dit kan buikpijn of erger, een maagtorsie, helpen voorkomen.
Vanaf wanneer geef je volwassenvoeding?
Je kunt overstappen op volwassen voeding wanneer je pup is uitgegroeid. Bij een grote hond is dat zo rond de 18 maanden. De overgang van puppy- naar volwassen voeding moet je geleidelijk doen. Wil je hier meer over weten? In ons adviesartikel over het wisselen van hondenvoer lees je precies hoe je overstapt.
Seniorvoeding
Oudere honden zijn vaak minder actief en krijgen hier en daar wat grijze haren. Helaas kunnen we het ouder worden niet tegengaan, maar je kunt je hond hier in ieder geval in ondersteunen! Bijvoorbeeld door het geven van de juiste seniorvoeding die aansluit bij deze levensfase.
Eigenschappen van seniorenvoer voor grote honden
Oudere honden kunnen minder actief worden waardoor hun uithoudingsvermogen afneemt. Ook de stofwisseling is niet altijd meer zo goed als toen je hond jong was. Problemen zoals nierfalen, overgewicht of gebitsproblemen komen hierdoor vaker voor op deze leeftijd. Een goede seniorenvoeding kan je hond bij deze problemen ondersteunen. Belangrijke eigenschappen hiervan zijn:
- Aangepast energiegehalte: een goede senior voeding is aangepast aan een minder goed functionerend spijsverteringsstelsel van de hond.
- Goed verteerbare eiwitten: dit compenseert een minder goed functionerende spijsvertering en zorgt voor behoud van de spiermassa.
- Verlaagd fosforgehalte: ondersteunt goede nierfunctie.
- Structuur: een aangepaste structuur maakt het makkelijker om te kauwen voor oudere honden met gebitsproblemen.
Vanaf wanneer geef je seniorenvoeding?
Een grote hond wordt vanaf 7 jaar echt een senior. Om je grijze snoetje te ondersteunen mag je hem of haar vanaf deze leeftijd op seniorenvoeding zetten.
Soorten hondenvoeding
Er zijn zoveel merken en soorten hondenvoeding op de markt, dat je soms door de bomen het bos niet meer ziet. Brokken, natvoer en vers vlees zijn de bekendste soorten en hebben ieder hun eigen voor- en nadelen. Wat deze precies zijn lees je hieronder.
Brokken
Hondenbrokken zijn veruit de meest gegeven soort hondenvoeding. Dit voer wordt ook wel droogvoeding genoemd. Deze brokken kunnen onderverdeeld worden in geperste- en krokante brokken.
Geperste brok
Bij een geperste brok zijn, zoals de naam ook al aangeeft, alle voedingsstoffen in elkaar geperst. Een geperste brok wordt anders verteerd dan een krokante, want de geperste variant valt uit elkaar in de maag. Hierdoor kan deze variant door sommige honden beter worden verteerd. Kieskeurige eters hebben vaak een voorkeur voor deze soort brok.
Krokante brok
Krokante brokken zijn harder en je hond moet hier dan ook meer op kauwen. Dit kan bevorderlijk zijn voor het gebit. De krokante brokken vallen niet uit elkaar, maar zwellen op in de maag van je viervoeter. Hierdoor hebben honden sneller een verzadigd gevoel.
Natvoer
Voor honden die uit zichzelf niet veel drinken, kan natvoer een uitkomst zijn! Deze voeding bevat namelijk veel water, waardoor je hond meer vocht binnenkrijgt. Voor moeilijke eters kun je het natvoer ook mengen met brokken, over het algemeen vinden honden dit namelijk super lekker!
Vers vlees
Een andere optie is het geven van vers vlees. Hierin heb je ook verschillende vormen: BARF (Bones and Raw Food), KVV (Kant-en-klaar Vers Vlees) en NRV (Natuurlijk Rauwe Voeding). Vers vlees is vaak makkelijker te verteren dan bijvoorbeeld brokken. Hierdoor kan het een mooie optie zijn voor honden met een gevoelig maag-darmstelsel. Een ander voordeel van het geven van deze voeding is dat honden minder ontlasting zullen hebben.